ONKOSTENVERGOEDING - 11.10.2018

Iets meer dagvergoeding sinds 01.10.2018!

Onbelast en toch aftrekbaar. Dat is samengevat effectief het fiscale kenmerk van zo’n dagvergoeding of forfaitaire onkostenvergoeding. De bedragen die u uit uw vennootschap zo kunt opnemen zijn voor haar 100% fiscaal aftrekbaar en bij u privé niet belastbaar. Wat moet een mens nog meer hebben... ?

Forfaitaire bedragen. Dat maakt het nog extra interessant natuurlijk. De bedragen die u zichzelf mag toekennen, moet u niet kunnen verantwoorden met facturen, ticketjes, enz. U moet wel kunnen aantonen dat u effectief die verplaatsingen gedaan heeft én uiteraard ook dat ze beroepsmatig waren.

Wanneer mogelijk? Kortweg, wanneer u binnen België een beroepsmatige verplaatsing doet en u daarbij minstens zes uur weg bent (verplaatsingstijd, middagpauze en tijd bij de klant). Die dagvergoeding is dan een compensatie voor het feit dat u onderweg ergens iets moet eten.

Hoeveel? Dat forfait bedraagt sinds 01.09.2017 € 16,73 per dag. Vanaf 01.10.2018 mag u als gevolg van de overschrijding van de spilindex € 17,06 per dag toekennen.

Let op!  Een maaltijdcheque en een dagvergoeding voor dezelfde dag uitkeren, doet u beter niet. Indien u dat wel doet, moet u het werkgeversaandeel van de maaltijdcheque (maximaal € 6,91) in mindering brengen van de forfaitaire dagvergoeding.

Dagelijks op de baan? Indien u zo goed als dagelijks beroepsmatig de baan op moet, geldt sinds 01.09.2017 net als voor de ambtenaren het maximumbedrag van € 267,68 per maand (dus beperkt tot 16 dagen per maand), maar in dat geval geldt de voorwaarde van de zes uur wel niet (circ. 2018/C/8 van 22.01.2018, randnr. 22) . Vanaf 01.10.2018 mag u zich als gevolg van de indexatie € 272,96 (€ 17,06 x 16) per maand toekennen.

Plaats van tewerkstelling: 40 dagenregel! Bent u voor uw werk in één kalenderjaar 40 dagen of meer aanwezig op één bepaalde plaats, lees: bij één klant, dan is die plaats volgens de fiscus een zgn. vaste plaats van tewerkstelling en mag u dus geen dagvergoeding opnemen (parl. vr. nr. 1, Wouters, 07.03.2013) .