Lage rentevoeten: gevolgen voor uw rc?
Geld lenen van uw vennootschap. Leent u privé een bepaalde som geld van uw vennootschap, dan bepaalt u in principe zelf hoeveel interesten u moet betalen op die lening. Als u dat wilt, leent u zelfs gratis. Alleen zal de fiscus u in dat geval belasten op een privé belastbaar voordeel ‘gratis lening’, de zgn. fictieve debetinteresten.
Ook goedkoper gezien de minimale interestvoeten? De interestvoeten die de fiscus gebruikt om het voordeel ‘gratis lening’ te berekenen, worden in het begin van elk jaar vastgesteld voor het voorgaande jaar, per type lening. Helaas is daarbij weinig te merken van de historisch lage interestvoeten. In 2018 was voor een lening via uw rekening-courant (rc) het tarief 8,94%. Waarschijnlijk zal dat voor 2019 niet veel lager zal zijn.
Geld uitlenen aan uw vennootschap. Zo u privé aan uw vennootschap geld leent, bepaalt u in principe ook vrij de interestvoet. In de mate dat die hoger is dan de zgn. marktrente, moeten de interesten fiscaal wel geherkwalificeerd worden in dividenden en zijn ze niet aftrekbaar.
Snellere herkwalificatie door de huidige lage marktrente? Normaal gezien wel, de term ‘marktrente’ zegt het nl. al. Dalen de interestvoeten op de financiële markten, dan kunt u minder niet te herkwalificeren interesten uit uw vennootschap halen.
Let op! Vanaf 01.01.2020 verandert de definitie van de ‘marktrente’ voor interesten op uw rekening-courant in 2020. Het gaat dan niet langer om een geval per geval te bepalen interestvoet, maar om een per jaar bepaald percentage dat voor alle vennootschappen geldt en gebaseerd is op een door de NBB gepubliceerde interestvoet (art. 55 WIB 92) .
Tip 1. Voor interesten op leningen met een vaste looptijd, blijft de ‘marktrente’ wel geval per geval te bepalen, rekening houdend met concrete gegevens zoals de financiële toestand van uw vennootschap.
Tip 2. Gebruik voor een lening met vaste looptijd een variabele interestvoet, geen vaste. Zo zorgt u ervoor dat u meer aftrekbare interesten uit uw vennootschap kunt halen wanneer de interestvoeten op de financiële markten weer zouden stijgen (art. 55, lid 2, 2° WIB 92) .