RESERVES - 18.06.2021

Vrijgestelde reserves nu tijdelijk mobiliseren tegen een gunsttarief

In het belastbare tijdperk gekoppeld aan aanslagjaar 2021 of 2022 kunt u in de vennootschapsbelasting tijdelijk bepaalde belastingvrije reserves mobiliseren tegen een gunsttarief van 15%, of zelfs 10% als u de opgenomen reserves herinvesteert. Hoe werkt dat precies? Welke reserves komen in aanmerking? Wanneer is het voor u zinvol om van dat gunsttarief gebruik te maken?

Wettelijk kader

Gunstregime

Vrijgestelde reserves worden belastbaar wanneer u de onaantastbaarheidsvoorwaarde niet langer naleeft. Dat is onder meer het geval bij uitkering aan de aandeelhouders, bij overboeking naar de belaste reserves en uiterlijk op het ogenblik van vereffening. De wetgever wil nu dergelijke belastbare opnemingen van vrijgestelde reserves aanmoedigen en vervroegen door tijdelijk een afzonderlijke heffing in de vennootschapsbelasting tegen een verlaagd tarief van 15% te voorzien (art. 519ter WIB 92) . Als het opgenomen bedrag herbelegd wordt, kan bovendien een nog voordeliger tarief van 10% genoten worden.

Een overboeking naar belaste reserves is voldoende om het gunstregime te genieten. U bent niet verplicht om de reserve ook uit te keren aan de aandeelhouders. De overboeking verloopt boekhoudkundig gezien wel over het resultaat van het boekjaar, via een onttrekking aan de vrijgestelde reserves.

Minimumbelasting

Het afzonderlijke karakter van de heffing van 15% of 10% impliceert dat ze losstaat van de geglobaliseerde belasting in de vennootschapsbelasting en erbovenop komt. De heffing vormt dus een minimaal belastbare grondslag. Aftrekken zoals overgedragen verliezen, de DBI-aftrek, de notionele-interestaftrek, forfaitaire buitenlandse belasting of een ander belastingkrediet kunt u dus niet aanwenden om de afzonderlijke heffing te reduceren. Bovendien is ook de vermeerdering wegens onvoldoende voorafbetalingen van toepassing.

Tijdelijk

Het gewijzigde artikel 519ter WIB 92 is in werking getreden op 1 januari 2020 en is van toepassing vanaf aanslagjaar 2021 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste op 1 januari 2020 aanvangt. Belastbare opnemingen kunnen gebeuren in de aangiften vennootschapsbelasting of belasting van niet-inwoners (vennootschappen) van aj. 2021 en 2022. Als u een boekjaar per kalenderjaar voert, moet u zich dus bij de afsluiting van boekjaar 2020 afvragen of u voor dat boekjaar wilt gebruikmaken van de maatregel, wetende dat er volgend jaar nog een tweede kans komt.

Herinvestering: tarief van 10%

De opneming van de belastingvrije reserves wordt in principe belast tegen een gunsttarief van 15%. Dat tarief wordt verder verlaagd tot 10% voor het gedeelte van de opnemingen dat overeenstemt met investeringen die tijdens het belastbaar tijdperk waarin de belastbare opneming gebeurt, verricht zijn in afschrijfbare materiële of immateriële vaste activa.

Merk evenwel op dat bepaalde investeringen buiten beschouwing gelaten worden bij de toetsing van het investeringscriterium. Het gaat hierbij onder meer om investeringen die reeds aangemerkt worden als wederbelegging in het kader van de gespreide taxatie, investeringen die kwalificeren als herinvestering bij de realisatie van intellectuele eigendomsrechten en investeringen in personenauto’s, lichte vrachtauto’s of auto’s voor dubbel gebruik, met uitzondering van voertuigen die uitsluitend gebruikt worden voor een taxidienst of voor verhuring met bestuurder en op grond daarvan van de verkeersbelasting op de autovoertuigen vrijgesteld zijn en voertuigen die in erkende autorijscholen uitsluitend gebruikt worden voor praktisch onderricht en daartoe speciaal uitgerust zijn.

Voor het overige is de toepassing van de investeringsvoorwaarde soepel: het moet niet gaan om nieuwe activa, de investeringen moeten niet per se in België gebeuren en er is geen minimumperiode tijdens dewelke de activa binnen de onderneming behouden moeten blijven. Tot slot moet u ook niet noodzakelijk het volledige bedrag van de opgenomen reserve investeren. Op het gedeelte waar geen investeringen tegenover staan, zal dan wel het tarief van 15% toegepast worden. Daarmee onderscheidt deze regeling zich dus op verschillende punten van de herbeleggingsvoorwaarde in het kader van de gespreide taxatie.

Welke reserves?

Tot de vrijgestelde reserves die in aanmerking komen, behoren onder meer de ‘oude’ investeringsreserve en de ‘nieuwe’ investeringsreserve waarvoor de driejarige investeringstermijn verstreken is, alsook de vrijgestelde reserves die afkomstig zijn uit de 120%-aftrek voor elektrische auto’s, kosten van beveiliging en collectief vervoer van personeelsleden. Uit de limitatieve opsomming in artikel 519ter, §1 WIB 92 van de reserves die in aanmerking komen voor het gunststelsel, kan a contrario afgeleid worden welke reserves uit de boot vallen en dat zijn er heel wat. Daarbij onder meer de waardeverminderingen op handelsvorderingen en voorzieningen voor risico’s en kosten, de gespreid te belasten meerwaarden, de vrijgestelde kapitaalsubsidies, de reserves in het kader van de taxshelter voor audiovisuele werken en podiumkunsten.

Belastingvrije reserves die aangelegd werden in een belastbaar tijdperk dat op 1 januari 2017 of later aanving, kunnen daarnaast niet de fiscaal gunstige omzetting tegen het tarief van 15% of 10% genieten.

Wanneer zinvol?

Aj. 2021 of (deels) wachten tot aj. 2022?

Overweeg zeker om reeds voor aj. 2021 reserves te mobiliseren indien uw vennootschap voldoende kwalificerende investeringen gedaan heeft én voldoende voorafbetalingen verricht heeft. Het belastingtarief bedraagt dan 10%, een verschil van 10% t.o.v. het verlaagde tarief vennootschapsbelasting en 15% t.o.v. het standaardtarief. In die omstandigheden doet u dus het meeste voordeel. Zeker als u privé wat extra middelen kunt gebruiken en u dus de betrokken reserves het liefst zo snel mogelijk wilt uitkeren, is het aangewezen om de reserves nu al te mobiliseren. Kijk wel eerst na of de vennootschap over voldoende liquide middelen beschikt om de extra belasting te betalen.

Heeft de vennootschap over aj. 2021 onvoldoende investeringen verricht en/of onvoldoende voorafbetaald, dan kan het beter zijn om de opneming (deels) in aj. 2022 te verrichten. De mobilisatie van belastingvrije reserves is dan immers een stuk minder interessant. Indien u in aj. 2022 wel voldoende investeringen voorziet, dan kunt u beter nog een jaar wachten met het opnemen van (een deel van) de vrijgestelde reserves. Zorg er dan zeker voor dat u voor aj. 2022 voldoende voorafbetaalt.

Indien u overweegt om de vennootschap te vereffenen in de loop van aj. 2023 of kort nadien, dan is het zeker raadzaam nu om gebruik te maken van het gunststelsel. De vrijgestelde reserves worden immers sowieso belastbaar uiterlijk op het ogenblik van vereffening.

Niet mobiliseren?

Heeft uw bedrijf zijn cash nodig om te investeren, dan moet u zich de vraag stellen of het wel een goed idee is om gebruik te maken van het gunstregime. Als u daarenboven niet van plan bent om die reserves op korte termijn uit te keren, dan is het misschien niet zinvol om nu al belastingen te betalen op die reserves. Het geld dat op die manier de vennootschap verlaat, kan immers niet meer renderen, en dat heeft ook een kostprijs. Het voordeel van het lagere belastingtarief wordt ook uitgevlakt naarmate de tijd verstrijkt en afhankelijk van het rendement dat met deze middelen gerealiseerd kan worden binnen de vennootschap.

Gedeeltelijke mobilisatie?

Het is ook mogelijk om slechts een gedeelte van de vrijgestelde reserves op te nemen met toepassing van het gunststelsel en het resterende gedeelte onaangeroerd te laten. Dat valt zeker te overwegen indien u in aj. 2021 wel geïnvesteerd heeft, maar onvoldoende om de reserves volledig tegen het tarief van 10% te mobiliseren en er geen investeringen op de agenda staan voor aj. 2022.

Adviezen

  • Als u belastingvrije reserves wilt uitkeren, dan moet u die reserve eerst laten belasten, naargelang van de situatie tegen het verlaagde tarief (20%) of tegen het standaardtarief (25%) in de vennootschapsbelasting.
  • Bepaalde belastingvrije reserves die uiterlijk aangelegd werden in een belastbaar tijdperk dat vóór 1 januari 2017 aanving, kunt u in aj. 2021 en 2022 tegen een tarief van 15% overdragen naar de belaste reserves. Als u het overgedragen bedrag herinvesteert in kwalificerende activa, daalt dat tarief zelfs naar 10%.
  • Nu reserves mobiliseren is vooral interessant als het bedrijf over aj. 2021 voldoende investeringen en voldoende voorafbetalingen verricht heeft. Overweeg anders om nu slechts een gedeelte van de vrijgestelde reserves te mobiliseren en met het saldo te wachten tot aj. 2022. Als u niet van plan bent om het geld de eerste jaren uit het bedrijf op te nemen, dan kan het voordeliger zijn om de middelen die u zou gebruiken om de belasting van 15% of 10% te betalen, binnen het bedrijf te investeren.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878