SUCCESSIEPLANNING - 23.11.2021

Nieuw goederenrecht: impact gewijzigde regels omzetting vruchtgebruik op uw successieplanning?

De hervorming van het goederenrecht is, voor het belangrijkste gedeelte, in werking getreden op 1 september 2021. Een opmerkelijke nieuwigheid is terug te vinden in de bepalingen van het vruchtgebruik, meer bepaald de omzetting ervan, die nu in alle omstandigheden gevraagd kan worden. Wat zijn de gevolgen hiervan voor de schenkingen met voorbehoud van vruchtgebruik? En wat met vruchtgebruik toegekend bij overlijden?

Schenking met voorbehoud vruchtgebruik

Een essentieel kenmerk van elke schenking is dat deze definitief en onherroepelijk gebeurt, met uitzondering van schenkingen tussen echtgenoten. Omwille van deze verregaande gevolgen van een schenking zoeken schenkers naar voorwaarden en lasten die ze kunnen koppelen aan hun schenking, om deze onherroepelijkheid te verzachten. Veelal komen zij dan uit bij een voorbehoud van vruchtgebruik ten voordele van de schenker(s).

Het voorbehoud van vruchtgebruik geeft de schenker vooreerst een behoud van inkomsten: huur, interesten, dividenden, ..., maar daarnaast ook een behoud van controle. Het eigendomsrecht is gesplitst over de vruchtgebruiker en de blote eigenaar, en door deze gesplitste eigendomsverhouding kan de begiftigde/blote eigenaar niet zomaar beschikken over de geschonken goederen. Hij moet de rechten van de vruchtgebruiker respecteren in al zijn daden. Hierdoor behoudt de schenker een zeker zeggenschap over de geschonken goederen, doordat de begiftigde er niet vrij over kan beschikken.

Omzetting van vruchtgebruik?

Het vruchtgebruik van de schenker kan niet afgekocht of omgezet worden, omdat de wet geen exitregeling voorziet voor conventioneel ontstaan vruchtgebruik, zoals voorzien in een schenkingsakte of bij een gesplitste aankoop.

Een dergelijke specifieke omzettingsregeling is enkel voorzien voor erfrechtelijk vruchtgebruik, dat is het vruchtgebruik dat een echtgenoot/partner erft volgens het wettelijk erfrecht (art. 745quater-sexies BW) . Vruchtgebruik dat in andere omstandigheden ontstaat, bijvoorbeeld voorbehouden vruchtgebruik in het kader van een schenking, is in de regel niet omzetbaar, behoudens met medewerking van alle partijen (vruchtgebruiker én blote eigenaar). Dit is in het kader van een uitgewerkte vermogensplanning ook wenselijk, omdat de controle hierdoor verzekerd is en niet door de begiftigden omzeild kan worden.

Gedwongen onverdeeldheid?

Een belangrijke regel in ons recht stelt dat niemand gedwongen kan worden om in onverdeeldheid te blijven (art. 815 BW) . Is deze regel dan niet strijdig met de onomzetbaarheid van vruchtgebruik, in de gevallen buiten artikel 745quater-sexies BW? Neen, aangezien een vruchtgebruiker en een blote eigenaar zich niet in onverdeeldheid bevinden. Een onverdeeldheid vereist namelijk dat minstens twee personen eigendomsrechten van eenzelfde aard hebben ten aanzien van eenzelfde goed, en dat is niet het geval als de ene persoon rechten in vruchtgebruik heeft, terwijl de andere persoon rechten in blote eigendom heeft van een goed.

Hervorming goederenrecht

Door de hervorming van het goederenrecht werden onder andere de spelregels van de verschillende mogelijke eigendomsrechten herzien (opstal, erfpacht, vruchtgebruik, ...), met vele gevolgen voor de praktijk én voor de vermogensplanning. Eén wetsartikel dat geen tegenhanger kende voor 1 september 2021, trekt onze aandacht, met name artikel 3.161 BW: “Zonder afbreuk te doen aan bijzondere wetten zoals vervat in artikel 745quater tot artikel 745sexies van het oude Burgerlijk Wetboek, kunnen de vruchtgebruiker en de blote eigenaar op ieder ogenblik bij de rechtbank vorderen dat het wettelijke vruchtgebruik geheel of ten dele omgezet wordt, hetzij in de volle eigendom van met vruchtgebruik belaste goederen, hetzij in een geldsom, hetzij in een gewaarborgde en geïndexeerde rente. Dit recht is persoonlijk en niet vatbaar voor overdracht. Het kan niet uitgeoefend worden door de schuldeisers van de rechthebbende. De rechtbank kan de omzetting geheel of gedeeltelijk toestaan, rekening houdend met de belangen van alle partijen. De omzetting geschiedt overeenkomstig artikel 745sexies van het oude Burgerlijk Wetboek’.

Dit wetsartikel voert een nieuw principe in, met name dat de omzetting van het wettelijk vruchtgebruik in de regel altijd gevorderd kan worden, ongeacht de wijze van ontstaan van dit vruchtgebruik. De specifieke omzettingsregels van erfrechtelijk vruchtgebruik blijven bestaan, maar daarbuiten wordt de algemene regel, de principiële onomzetbaarheid, althans voor wettelijk vruchtgebruik, eenvoudigweg omgedraaid: wettelijk vruchtgebruik kan voortaan in de regel altijd omgezet worden.

Impact voor schenkingen?

Het vruchtgebruik dat schenkers zich voorbehouden blijft onomzetbaar, aangezien het nieuwe wetsartikel 3.161 BW beperkt is tot wettelijk vruchtgebruik. Vruchtgebruik voorbehouden in een schenkingsakte kan niet als wettelijk vruchtgebruik beschouwd worden, maar is een conventioneel vruchtgebruik. Hetzelfde geldt voor aanwassend of terugvallend vruchtgebruik.

De genieters van een wettelijk vruchtgebruik zijn de personen die op grond van de wet, bij overlijden, een vruchtgebruik ontvangen. Eenieder die bij overlijden een recht in vruchtgebruik verkrijgt, ziet zich voortaan geconfronteerd worden met deze principiële omzetbaarheid van vruchtgebruik. Voor echtgenoten bestond deze regel reeds, vervat in artikel 745quater tot sexies BW, en de nieuwe bepaling 3.161 BW laat deze bestaande regels onverlet. Wel geviseerd door deze nieuwe regel is het wettelijk opvolgend of voortgezet vruchtgebruik, dat een echtgenoot verkrijgt bij overlijden van de echtgenoot die geschonken heeft met voorbehoud van vruchtgebruik en wiens vruchtgebruik heeft blijven bestaan tot aan diens overlijden.

Waarom deze wijziging?

De wetgever heeft in zijn hervorming niet enkel rekening gehouden met aspecten van vermogensplanning, eerder omgekeerd: de invoer van een algemene omzetbaarheid van het wettelijk vruchtgebruik lijkt ingevoerd te zijn zonder rekening te houden met de belangen van schenkers in het kader van een vermogensplanning. Dit blijkt duidelijk uit de memorie van toelichting bij de hervorming van het goederenrecht: een belangrijk streefdoel van onze wetgever is het tegengaan van de zogenaamde dode hand, het immobiliseren van goederen voor onbeperkte tijd. Onze goederen moeten verhandelbaar zijn, in het belang van ons economisch bestel.

Genieters van wettelijk vruchtgebruik zijn evenwel niet geheel vogelvrij verklaard door dit nieuwe wetsartikel: de rechter krijgt een ruime appreciatiemarge toegemeten en kan de omzetting geheel of gedeeltelijk toestaan, rekening houdend met de belangen van alle partijen.

Omzetbaarheid uitsluiten?

Artikel 3.161 BW is van suppletief recht en kan dus helemaal uitgesloten worden, bijvoorbeeld in een testament. Ook voor het erfrechtelijk vruchtgebruik van een echtgenoot kan het omzettingsrecht van zowel de echtgenote als de kinderen/overige erfgenamen uitgesloten worden, met een belangrijke uitzondering voor stiefkinderen, wiens omzettingsrecht hun niet ontnomen kan worden. In artikel 3.161 BW vinden we geen gelijkaardige beperking terug voor bijvoorbeeld stiefkinderen en is omzetting in de regel steeds mogelijk en kan dit omzettingsrecht ook steeds uitgesloten worden, zonder enige beperking.

Het nieuwe goederenrecht herformuleert de wetsbepalingen inzake vruchtgebruik. Deze wijzigingen kunnen van belang zijn in het kader van vermogensplanning. Het vruchtgebruik voorbehouden door een schenker blijft onomzetbaar, maar alle vormen van wettelijk vruchtgebruik, zoals het wettelijk opvolgend vruchtgebruik van de langstlevende, zijn voortaan in de regel omzetbaar. Dit is een uitbreiding van de omzettingsregeling zoals die reeds bestaat voor echtgenoten, maar deze keer voor alle vormen van wettelijk vruchtgebruik en zonder specifieke uitzonderingen.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878