O&O - 15.09.2023

O&O: korting bedrijfsvoorheffing vs. belastingkrediet: hoe werkt de cumulbeperking?

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstortingsplicht van bedrijfsvoorheffing (bv) voor kwalificerend O&O-personeel (of BELSPO-korting) mag niet tot een dubbel fiscaal voordeel leiden in combinatie met het O&O-belastingkrediet. De minister legt uit hoe dat bewerkstelligd moet worden.

Vrijstelling doorstorting bv

Voor kwalificerend O&O-personeel moet de bedrijfsvoorheffing (bv) door de werkgever ten belope van 80% niet doorgestort worden aan de schatkist. In het jargon wordt dit ook weleens de ‘bv-korting’ genoemd. Zo’n niet-doorgestorte bv moet door de betrokken vennootschap-werkgever als een ‘opbrengst’ geboekt worden. De vennootschap is overigens strikt genomen niet verplicht om die opbrengsten te gebruiken voor bijkomende O&O-investeringen.

De vrijstelling wordt pro rata toegepast in verhouding tot de tijd die de medewerker werkelijk aan O&O besteedt. Administratieve en commerciële functies zijn uitdrukkelijk uitgesloten.

Let op! De bv-korting geldt alleen voor werknemers die in dienstverband werken. Bezoldigingen van bedrijfsleiders komen dus niet in aanmerking. Uiteraard kan het O&O-personeel in kwestie de volledige (dus 100%) ingehouden bv verrekenen met de in zijn hoofde verschuldigde personenbelasting.

Formaliteiten

U moet een dossier indienen bij de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (BELSPO). U moet in dat dossier aantonen dat de onderliggende projecten een voldoende O&O-gehalte hebben en dat de betrokken onderzoekers over voldoende ervaring en expertise op het vlak van O&O beschikken. Deze aanmelding en de koppeling van medewerkers aan de O&O-projecten moeten overigens jaarlijks up-to-date gebracht worden.

O&O-investeringsaftrek

Kwalificerende O&O-investeringen die geen negatieve milieu-impact hebben, kunnen ofwel een eenmalige verhoogde investeringsaftrek (IA) van 20,5% (aj. 2024) genieten, ofwel een gespreide IA van 27,5% (aj. 2024) van de jaarlijkse boekhoudkundige afschrijving van het actief. Indien bij latere buitengebruikstelling of overdracht van dat actief blijkt dat de gespreide aftrek lager uitvalt dan de eenmalige aftrek, wordt een aanvullende aftrek voor het verschil verleend.

O&O-belastingkrediet

Sinds 2006 kan de belastingplichtige de onherroepelijke keuze maken om het belastingvoordeel van de verhoogde IA voor O&O-investeringen te verrekenen met de te betalen vennootschapsbelasting (art. 289quater WIB 92) . Vennootschappen kunnen dat belastingkrediet ofwel in een keer genieten, ofwel gespreid over de afschrijvingsperiode van de activa die aanleiding gegeven hebben tot het ontstaan van het belastingkrediet, via een bijlage 275W bij hun aangifte.

Het belastingkrediet wordt berekend door de toepassing van het standaardtarief vennootschapsbelasting op het bedrag van de eenmalige of gespreide verhoogde IA voor O&O. Wanneer u kiest voor een gespreid belastingkrediet, geldt het verhoogde O&O-percentage m.b.t. het boekjaar waarin de investering plaatsgreep voor de hele afschrijvingsduur van het actief. Indien bij latere buitengebruikstelling of overdracht van dat actief blijkt dat het gespreide krediet lager uitvalt dan het eenmalige, wordt ook hier een aanvullend krediet voor het verschil verleend (art. 289sexies WIB 92) .

Als de te betalen vennootschapsbelasting lager is dan het verrekenbare belastingkrediet, kunt u het verschil overdragen naar de volgende vier aanslagjaren (art. 292bis, §1 WIB 92) . Het saldo van het oudste belastingkrediet wordt dan als eerste verrekend. Het gebruik van een overgedragen belastingkrediet wordt per boekjaar beperkt tot 50% van de bedragen die gelden voor de overgedragen IA. De keuze voor het belastingkrediet veroorzaakt daarnaast ook een halvering van de nog niet genoten overgedragen IA die jaarlijks verrekend kan worden (art. 201, §1, laatste lid WIB 92) .

Terugbetaling belastingkrediet

Als het O&O-belastingkrediet na verrekening met de vennootschapsbelasting van vijf achtereenvolgende aanslagjaren niet volledig verrekend kan worden, wordt het saldo uitbetaald aan de vennootschap via het aanslagbiljet voor dat vijfde aanslagjaar (art. 292bis WIB 92) . Een terugbetaling is niet mogelijk voor een belastingkrediet dat het resultaat is van de omzetting van een eerder toegepaste IA. Zo’n belastingkrediet is wel onbeperkt overdraagbaar in de tijd.

Cumulbeperking

Het O&O-belastingkrediet kan verrekend worden met de vennootschapsbelasting die verschuldigd is over de minimaal belastbare basis van € 1.000.000 (art. 276 en art. 292bis WIB 92) . Voor boekjaren die afsluiten sinds 1 januari 2022 moet de niet-doorgestorte bv voor kwalificerend O&O-personeel wel uit de berekeningsbasis van het O&O-belastingkrediet gehaald worden. Het belastingkrediet en de bv-korting mogen niet gecumuleerd worden in de mate dat ze betrekking hebben op dezelfde kosten.

Voorbeeld

Stel dat BelCo jaarlijks de loonkosten van haar kwalificerend O&O-personeel activeert als immaterieel vast actief om het lineair af te schrijven over drie jaar. Jaarlijks wordt een brutoloonkost van € 67.500 geactiveerd, incl. € 17.500 aan bv. De geactiveerde brutoloonkost houdt dus geen rekening met de BELSPO-korting van € 14.000 (of € 17.500 × 80%). De bv-korting is geboekt in de resultatenrekening (74xx). BelCo moet € 3.500 aan bv doorstorten.

Op basis van onder meer het CBN-advies 2009/13 en de circulaire AAFisc 18/2016 van 15 juni 2016 blijft de bv-korting van € 14.000 op de rekening 74xx staan en wordt zij niet verrekend met de geactiveerde brutobezoldiging van € 67.500. Het geactiveerde bedrag is de basis voor het O&O-belastingkrediet en dus geniet de som van € 14.000 een dubbel voordeel.

De cumulbeperking geldt voor boekjaren die afgesloten worden vanaf 1 april 2022. Wat betekent dat nu precies wanneer BelCo een gespreid O&O-belastingkrediet toepast? In het voorbeeld bedraagt de jaarlijkse afschrijving op de geactiveerde loonkost € 22.500 (€ 67.500 / 3). Dat is de berekeningsbasis van het jaarlijkse O&O-belastingkrediet.

Veronderstel dat BelCo de brutoloonkost activeerde in haar boekjaar per 31 december 2021 en dus voorafgaand aan de inwerkingtreding van de cumulbeperking. De minister (parl. vr. nr. 1427, De Roover, 30.03.2023) heeft terecht bevestigd dat in dat geval BelCo niet tegen een cumulbeperking aanloopt voor haar boekjaren per 31 december 2022-2023. Dat is logisch, want als BelCo in hetzelfde boekjaar per 31 december 2021 het eenmalige O&O-belastingkrediet had geclaimd, dan was er ook geen cumulbeperking geweest.

Wat gebeurt er dan wanneer BelCo de brutoloonkost pas activeert in haar boekjaar per 31 december 2022? De vraagsteller zag drie opties: het bedrag van € 14.000 komt enkel in mindering van de afschrijving van boekjaar 2022, het bedrag van € 14.000 wordt proportioneel afgetrokken van de drie afschrijvingsannuïteiten (jaarlijks € 22.500 - € 14.000/3) of het bedrag van € 14.000 komt enkel in mindering van de laatste afschrijving in boekjaar 2024 (i.e. € 22.500 - € 14.000). De minister was met name de tweede optie het meest genegen.

Kurt De Haen

Moore Tax Consultant

Wie wetenschappelijk personeel tewerkstelt voor O&O-activiteiten, is voor 80% vrijgesteld van doorstorting van de bv, in verhouding tot de tijd die de betrokken medewerkers daadwerkelijk aan O&O besteden. Voor kwalificerende investeringen in O&O kunt u opteren voor een eenmalige (20,5%) of een gespreide (27,5%) investeringsaftrek, of voor een eenmalig of gespreid belastingkrediet. Beide maatregelen kunnen niet gecumuleerd worden. De minister heeft nu verduidelijkt hoe die cumulbeperking in de praktijk toegepast moet worden.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878