DUURZAAM ONDERNEMEN - RAPPORTERINGEN - 17.04.2024

ESRS-toelichtingen geven meer duidelijkheid

Duurzaamheidsrapportering in het kader van de CSRD moet gebeuren via opgelegde standaarden. Daarover wordt geregeld meer info vrijgegeven door de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG).

ESRS. De Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) verplicht grote ondernemingen om in de toekomst te rapporteren over de drie ESG-pijlers. Dat dient te gebeuren volgens de European Sustainability Reporting Standards (ESRS). In T&A Duurzaam ondernemen, jg. 1, nr. 2, p. 4, 02.02.2024 gingen we hier al dieper op in.

EFRAG. De ESRS werden ontwikkeld door de European Financial Reporting Advisory Group of EFRAG ( https://www.efrag.org ), een onafhankelijke adviesraad die de Europese Commissie adviseert. Die onderscheidt:

  • twee algemene (‘cross-cutting’) ESRS die van toepassing zijn op alle duurzaamheidsthema’s;
  • tien thematische (‘topical’) standaarden: vijf inzake Environment (E), vier betreffende Social (S) en één met betrekking tot Governance (G).

Meer details. In totaal dus twaalf stuks, maar die bevatten nog een heleboel subcategorieën. Een overzicht van de details vindt u in deze Excel-spreadsheet: https://tinyurl.com/ESRSDetails . De EFRAG publiceerde bijkomend een verklarende nota ( https://tinyurl.com/ESRSNote ) die meer uitleg geeft.

Extra toelichtingen

Omdat de standaarden lang niet even duidelijk zijn voor iedereen, verspreidt de EFRAG geregeld toelichtingen. Die zijn gebaseerd op vragen die dit adviesorgaan ontvangt via een daartoe bestemd Q&A-platform: https://tinyurl.com/EFRAGFAQ .

Twee sets. Een eerste set FAQ’s ( https://tinyurl.com/EFRAG01 ) werd in februari 2024 bekendgemaakt. Een tweede verzameling ( https://tinyurl.com/EFRAG02 ) dateert van maart. Wij selecteerden hieruit vier relevante vragen die in de praktijk vaak gesteld worden.

1. Is er een minimum aantal materiële kwesties dat moet worden vermeld in de duurzaamheidsverklaring?

Antwoord. Er is noch een minimum-, noch een maximumaantal materiële duurzaamheidskwesties vereist. De materialiteit of relevantie is namelijk gebaseerd op de specifieke feiten en omstandigheden van elke onderneming. Meer info vindt u in ID 162 uit de eerste set met toelichtingen.

2. Wat zijn concrete voorbeelden van mogelijke entiteit-specifieke duurzaamheidskwesties?

Antwoord. In dit stadium is het nog niet mogelijk om concrete voorbeelden te geven. ID 106 uit de eerste set met toelichtingen specificeert wel twee soorten gevallen die aanleiding geven tot het geven van entiteit-specifieke informatie.

3. Kan een duurzaamheidskwestie materieel zijn louter vanuit het perspectief van een positieve impact?

Antwoord. Jazeker. Een duurzaamheidskwestie is van materieel belang als die betrekking heeft op (a) materiële feitelijke of potentiële gevolgen, ofwel (b) materiële positieve of negatieve gevolgen. Positieve gevolgen kunnen zowel feitelijk als potentieel zijn. Meer informatie vindt u in ID 37 van de tweede set.

4. Wie zijn de in de ESRS vermelde ‘bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen’?

Antwoord. De organen die onder deze definitie vallen, kunnen verschillen naargelang het rechtsgebied. Dit komt doordat sommige jurisdicties aparte organen hebben voor respectievelijk bestuur en toezicht, terwijl andere jurisdicties één enkel orgaan hebben dat beide rollen vervult. Kijk voor meer info in ID 214 van de tweede set met toelichtingen.

Heeft u vragen over de ESRS? Kijk dan zeker eens in de toelichtingen die de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) heeft gepubliceerd omtrent deze opgelegde standaarden. Via het Q&A-platform kunt u ook zelf vragen stellen aan dit adviesorgaan.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878