PERSONAL FINANCE - 01.01.2005

Wat brengen aandelen op per jaar ?

Tot voor enkele jaren stelden zowat alle bankiers en vermogensbeheerders dat u met aandelen op termijn (vijf jaar of meer) steevast op 10 % gemiddeld mag rekenen. Op dit moment wordt er meer en meer gesproken over 8 % per jaar en dat aandelen een belegging zijn op minstens tien jaar. Zijn bankiers gewoon veel voorzichtiger geworden of is 8 % een realistisch rendement voor de toekomst ?

Van 10 % naar 8 %. Tot voor kort stelden zowat alle private bankers en vermogensbeheerders dat aandelen een belegging op vijf jaar zijn en dat u over deze vooropgestelde periode makkelijk 10 % zou moeten kunnen vangen. Vandaag de dag wordt de vooropgestelde beleggingshorizon door de meeste professionals verdubbeld en op tien jaar gebracht, waarbij ook het verwachte rendement wordt bijgesteld tot 7 % à 8 % procent. Een wereld van verschil dus…

Voor een stuk psychologisch. Dat heel wat (vermogens)bankiers heel wat voorzichtiger zijn geworden, heeft in eerste instantie te maken met het recente verleden. De sinds maart 2000 sterk dalende beurs geniet in ieder geval de weinig benijdenswaardige eer de langste daling te hebben sedert Wereldoorlog Twee. Heel wat beleggers verloren een groot stuk van hun aandelenportefeuille, zodat het logisch is dat het overdreven optimisme van weleer plaats gemaakt heeft voor een voorzichtigere aanpak.

De naakte cijfers. Hoewel de meest recente beurscorrectie heel wat schade aanrichtte, leert een blik op de geschiedenis dat er in het verleden nog crashes zijn voorgekomen. Zo is er de grote crash van 1929, die de grote depressie inluidde in de Verenigde Staten en waar de beurs in reële termen (na aftrek van inflatie dus) meer dan 80 % in waarde verloor. Dichter bij huis zorgde in de ­periode 1973-1974 een aandelencrash voor een waardeverlies van meer dan 70 %. Bij deze cijfers verbleekt de waardevermindering van 50 % bij de crash van 2000.

Hoe snel komt het vervolgens weer goed ? Het is bijzonder moeilijk om daar een eenduidig antwoord op te formuleren. Als we bv. kijken naar de crash van 1987, dan heeft de beurs een goed jaar later bv. reeds alle verlies terug goedgemaakt. Maar bij de fameuze crash van 1929 duurde het evenwel tien jaar voor het verlies was goedgemaakt. Om nog maar te zwijgen van de Japanse beurs (Nikkei Index), die in 1989 boven de 40 000 punten uitsteeg. Anno 2005, bijna twintig jaar later, staat de Nikkei nog steeds op zo’n kwart van zijn topniveau.

Studie ABN Amro en London Business School. Al deze gegevens werden een tijdje geleden op wetenschappelijke wijze tegen het licht gehouden in een erg lijvig onderzoeksrapport van ABN Amro in samenwerking met de prestigieuze London Business School. Zij bestudeerden de returns van aandelen, obligaties en termijnrekeningen in zestien verschillende landen en dit vanaf 1900.

De cijfers uit deze studie. Deze studie, en ook andere studies, bevestigt het algemeen aanvaarde idee dat aandelen op termijn een betere belegging vormen dan alle andere activa zoals bv obligaties, kasbons of termijnrekeningen. Bij een gemiddelde inflatie van 3 %, behaalden aandelen een gemiddelde “reële jaaropbrengst” van 5,4 %. Dit betekent dus dat aandelen gemiddeld 8,4 % per jaar opbrengen, maar als men de inflatie van gemiddeld 3 % ervan aftrekt, komt men op een “echt rendement” van zo’n 5,4 %. Obligaties waren goed voor een gemiddelde “reële jaaropbrengst van 1,5 %”. Met aandelen haalt u dus sowieso het beste rendement op lange termijn, maar veel hangt af van het moment waarop u als belegger instapt in de aandelenmarkten. Om dit risico te beperken en uit te vlakken moet u aandelen zien als een belegging op tien jaar of meer én de aankoop van aandelen spreiden in de tijd. Zo zal u dan aandelen kopen in goede en slechte beurstijden voor een “gemiddeld” goede prijs.

Is 10 % te veel ? Het is niet toevallig dat de hoogdagen van de Amerikaanse beurs (gemiddeld meer dan 10 % per jaar) samenvielen met een sterk toenemende arbeidsproductiviteit. Deze werd mede mogelijk gemaakt door de sterke innovaties op technologisch gebied zoals die zich voordeden vanaf de tweede helft van de jaren tachtig en aan het begin van de jaren negentig. Het is duidelijk dat de productiviteit niet eindeloos en zeker niet met dezelfde snelheid verbeterd kan worden.

Het vuistregeltje “met aandelen haalt u op termijn makkelijk 10 %” is dus gebaseerd op de uitzonderlijke periode van de jaren ’80 en ’90 en is dus niet echt representatief. Vandaar dat u voor de toekomst het best uitgaat van een rendement van 7 % à 8 % netto (meerwaarden op aandelen worden niet belast ) of een reëel rendement (dus na inflatie) van zo’n 5 % zoals in de studie van ABN Amro en de London Business School.

De studie van o.a. ABN Amro & de London Business School bevestigt het algemeen aanvaarde idee dat aandelen op termijn de beste belegging zijn. Bij een gemiddelde inflatie van 3 % behaalden aandelen een zgn. gemiddelde “reële jaar­opbrengst” (dus na aftrek van gemiddeld 3 % inflatie) van 5,4 %, terwijl dat voor obligaties slechts 1,5 % (na inflatie) was. Reken dus op maximaal 7 % à 8 % netto per jaar of ongeveer 5 % na inflatie voor de toekomst en bekijk dit als een belegging op tien jaar of meer. Vergeet het vuistregeltje “10 % per jaar”, dat stamt uit een periode van uitzonderlijke groei.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878