MEERWAARDE - 24.10.2005

Goed nieuws voor de familiale holding

Inzake de familiale holding is er goed nieuws te vertellen. De Administratie heeft enkele rulings gepubliceerd die positief zijn voor al wie zijn aandelen verkoopt aan een nieuwe vennootschap (holding)…

In ons vorige nummer hadden we het nog over de interne meerwaarden (T&A Belastingen, jg. 11, nr. 22, p. 4), die soms problemen konden geven en nu zijn er enkele positieve rulings in dit verband.

Nog even situeren

Veelal worden - in het kader van een herstructurering of om een centraal beleid te voeren - de aandelen van een vennootschap verkocht aan een andere (nieuw opgerichte) vennootschap, een zgn. holding. Een holding is voor alle duidelijkheid een gewone vennootschap zoals een NV of een BVBA, maar ze wordt opgericht met de bedoeling aandelen te bezitten van een andere vennootschap.

Waar zit het voordeel? U heeft dus uw aandelen van uw eerste (werk)vennootschap verkocht aan deze holding. Zoals u weet is de verkoop van aandelen belastingvrij. Nu zal deze holding voor de aankoop van uw aandelen lenen bij de bank. Nu de holding een lening heeft bekomen bij de bank, kan zij u betalen voor de verkoop van de aandelen. U ontvangt belastingvrij geld! Nu moet de holding de bank terugbetalen. De holding zal bv. fiscaalvriendelijk dividenden uit de eerste vennootschap of een managementvergoeding ontvangen en hiermee de bank terugbetalen.

Fiscus. De Administratie tracht, en dit met wisselend succes, de verkoop van de aandelen aan een holding te belasten als zogenaamde diverse inkomsten tegen een tarief van 33% (+ gemeentebelastingen - zie het vorige nummer). Volgens de fiscus komt zo’n verkoop NIET overeen met het (fiscale) gedrag van de ‘normale huisvader’.

Vier beloften…

Op een bepaald ogenblik was het zo dat elke holding als verdacht werd gebrandmerkt en dat er op deze manier geen familiale opvolging op een fiscaalvriendelijke manier meer mogelijk was.

Het kan. In enkele recente rulings geeft de fiscus nu toe dat niet elke holdingconstructie zuiver fiscaal geïnspireerd is en fiscaal afgestraft moet worden (lees: meerwaarde belast tegen 33%). Wel worden er vier voorwaarden gekoppeld aan dergelijke holdingconstructies, die men drie jaar moet nakomen (ruling nr. 300.274 van 24 juni 2005 en nr. 500.059 van 19 mei 2005).

Voorwaarde 1. Het kapitaal van de holdingvennootschap mag niet worden verminderd door terugbetaling aan de aandeelhouders.

Voorwaarde 2. De uitkering van dividenden van de werkvennootschap aan de holding mag niet ‘substantieel’ stijgen t.o.v. het verleden.

Voorwaarde 3. De managementvergoedingen die de holding ontvangt van de werkvennootschap, mogen niet ‘substantieel’ stijgen t.o.v. de managementvergoedingen die vroeger werden betaald aan de zaakvoerder (‘pater familias’).

Voorwaarde 4. Het kapitaal van de werkvennootschap mag niet worden verminderd door terugbetaling aan de aandeelhouders.

Onthoud. De fiscus aanvaardt nu het principe van de verkoop van de aandelen aan een holding als u daar echt een verhaal, een reden voor heeft waarom u met een holding zal werken. Dit is altijd ons advies geweest.

Er zijn zeker verdedigbare verhalen denkbaar waarin u echter toch niet aan de vier voorwaarden (zie hoger) zal beantwoorden, o.i. mag dit echter geen probleem vormen. De Administratie heeft een ruling geveld, dit is immers geen wet of KB. Belastingambtenaren zullen zich natuurlijk wel beroepen op deze ruling.

In twee recente rulings heeft de fiscus ingestemd met het feit dat u op een fiscaal­vriendelijke manier uw aandelen verkoopt aan een tweede vennootschap (zgn. holding). Wel zal u, zoals dit eigenlijk steeds nodig is geweest, een reden (bv. opvolging) moeten opgeven waarom u dit doet.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878