Arbeidsongeschikt, nu soepelere regeling?

Hoe zit dat precies?

Hoeveel uitkering krijgt u? Kunt u als zelfstandige door een ziekte of ongeval niet meer werken, dan krijgt u een forfaitair bedrag uit­gekeerd. Dat is dus anders dan bij een loontrekkende die in principe 60% van zijn loon betaald krijgt.

Hogere dagvergoedingen sinds 1 september. Dat klopt, al moet u daar nog steeds niet te veel van verwachten. In het beste geval krijgt u € 50,40 per dag, zes dagen per week. Verdient uw echtgeno(o)t(e) méér dan € 896,71 bruto per maand, dan mag u al maar op een uitkering van € 31,45 per dag rekenen.

Extraatje bij hulp van ‘derde’. Moet u beroep doen op een zgn. derde (bv. thuisverpleging) om u tijdens uw ziekte te helpen, dan krijgt u voortaan per dag € 16,25 extra. Dit is € 3 méér dan voorheen. Dat extraatje zit er wel maar in vanaf de vierde maand dat u werkonbekwaam bent.

De eerste maand krijgt u niets. Dat blijft een serieus probleem. Daar waar bij een arbeider een carenzdag speelt, is dat voor u als zelfstandige een carenzmaand. Tijdens de eerste maand krijgt u helemaal geen uitkering. In eerste instantie hoopt u wellicht dat u sneller terug op de been bent.

De kat toch niet uit de boom kijken. Absoluut. Wacht u immers te lang om aan uw ziekenfonds door te geven dat u volgens uw (huis)arts volledig arbeidsongeschikt bent, dan riskeert u nog eens beboet te worden. In principe worden uw uit­keringen dan immers met 10% verminderd.

Tip. Talm dus niet te lang en geef in elk geval ­binnen de 28 dagen nadat uw behandelende arts vaststelde dat u volledig werkonbekwaam bent dat verdict door aan het ziekenfonds.

De regels versoepeld…

De basisregel blijft. Reken er inderdaad niet te snel op dat u recht heeft op zo’n uitkering. Daarvoor moet u immers wel degelijk uw normale werkzaamheden niet meer kunnen uitvoeren.

Let op! Het RIZIV, de overheidsinstelling die de uitkeringen uitbetaalt, heeft trouwens inspecteurs op de baan die effectief controleren of een zelf­standige die ‘werkonbekwaam’ is en uitkeringen krijgt, toch niet aan de slag is.

De rechter is soepel. Hij floot de inspecteurs terug die zogezegd een zaakvoerder ‘betrapt’ hadde­n. Ze hadden immers vastgesteld dat die een aantal documenten ondertekend had die zijn boekhouder hem voorgelegd had (jaarrekening van zijn BVBA, notulen van de jaarvergadering, e.d.). Wie zijn gezond verstand gebruikt, kan daaruit niet afleiden dat de betrokken zelfstandige toch werkbekwaam is, zo oordeelde de rechter (Arbeidshof Brussel, 7 februari 2011).

Voortaan kunt u sneller hervatten. Totnogtoe moest u minstens een jaar werkonbekwaam zijn vooraleer u aan een (gedeeltelijke) werkhervatting met behoud van uitkeringen kon denken. Voor­taan kan zo’n werkhervatting al na één maand (KB van 11 juni 2011, BS van 24 juni 2011).

Mits toestemming van de arts. Dat is bij zo’n werkhervatting wel van belang. Wilt u dus het werk hervatten (met behoud van uitkeringen) vóór dat u één jaar werkonbekwaam bent, dan moet de adviserende geneesheer (van het ziekenfonds) daarvoor het licht op groen zetten.