INCASSO FACTUREN - 01.06.2016

Welke rechten heeft u nog als uw klant een collectieve schuldenregeling kreeg?

De economische crisis heeft ervoor gezorgd dat het aantal aanvragen van collectieve schuldenregelingen de laatste jaren sterk gestegen is. Wat zijn uw rechten als u zelf met een klant geconfronteerd wordt die een collectieve schuldenregeling kreeg?

Welke procedure moet u dan volgen? Hoe reageert u het beste als de schuldbemiddelaar u een voorstel doet? En kunt u achteraf nog iets doen als u bv. weet dat uw klant intussen geërfd heeft?

Waarover gaat het?

‘Privéfaillissement’

Enkel handelaars kunnen het faillissement aanvragen. Een collectieve schuldenregeling is een soort van privéfaillissement dat aangevraagd kan worden door particulieren en vrije beroepers. Wie handelaar was, kan een verzoek tot collectieve schuldenregeling slechts indienen ten minste zes maanden na het stopzetten van zijn handel. Door een collectieve schuldenregeling te vragen kan uw klant een herschikking of zelfs een kwijtschelding van zijn schulden bekomen. Enkel uw klant zelf kan een collectieve schuldenregeling aanvragen. Als leverancier kunt u dat, bv. als drukkingsmiddel, niet in zijn plaats doen. Om een schuldenregeling te kunnen vragen, moet uw klant zich in een toestand van overmatige schuldenlast bevinden. Zijn problemen moeten structureel zijn en niet tijdelijk. Bovendien mag er geen sprake zijn van bedrog.

Bemiddelaar

Als de rechtbank een verzoek tot collectieve schuldenregeling inwilligt, stelt ze een schuldbemiddelaar aan. Dat kan bv. een advocaat zijn of iemand van het OCMW. De schuldbemiddelaar heeft een belangrijke rol bij de collectieve schuldenregeling. Hij kijkt bv. de aangiftes van schuldvordering na, onderhandelt met schuldeisers, ... U kunt hem dan ook in zekere zin vergelijken met de curator bij een faillissement.

Procedure

Aangifte

In zijn verzoekschrift moet uw klant aangeven wie zijn schuldeisers zijn. Als hij uw naam vermeldt, zal u een brief krijgen van de rechtbank waarin u op de hoogte gebracht wordt van de toekenning van de collectieve schuldenregeling. Vervolgens moet u binnen de maand aangifte doen van uw schuldvordering, via aangetekende brief of door afgifte van uw aangifte, tegen ontvangstbewijs, op het kantoor van de schuldbemiddelaar. In uw aangifte moet u de aard van uw schuldvordering aangeven, alsmede de verantwoording ervan. U moet ook het bedrag van uw vordering in hoofdsom, interesten en kosten opgeven, de eventuele redenen van voorrang, alsook de procedures waartoe ze aanleiding kan geven (art. 1675/9 Ger.W.) . Doet u dat niet, dan krijgt u een aangetekende brief van de schuldbemiddelaar. Die brengt u ervan op de hoogte dat u over een laatste termijn van vijftien dagen beschikt om alsnog de aangifte te doen. Reageert u dan nog niet, dan wordt u geacht afstand te doen van uw schuldvordering.

Gevolgen

Als uw klant een collectieve schuldenregeling kreeg, kunt u zijn goederen niet meer laten verkopen. U kunt dus bv. geen roerend beslag meer leggen om de goederen van uw klant te gelde te laten maken. Uw klant kan ook niet meer met zijn vermogen doen wat hij wil. In de praktijk zal de schuldbemiddelaar hem vaak een maandelijks leefgeld ter beschikking stellen. Uw klant mag dan geen enkele daad meer stellen die een normaal vermogensbeheer te buiten gaat.

Voorstel bemiddelaar

De schuldbemiddelaar zal u via aangetekende brief een regeling voorstellen. U heeft dan twee maanden de tijd om te reageren (aangetekende brief of afgifte met ontvangstbewijs). Reageert u niet, dan wordt u geacht akkoord te gaan. Zodra een van de schuldeisers het niet eens is met de vrijwillige regeling, kan ze geen doorgang vinden (art. 1675/10 Ger.W.) . Houd er wel rekening mee dat u niet altijd beter af bent als de rechter een regeling oplegt. Denk dus twee keer na voor u een minnelijke aanzuiveringsregeling verwerpt.

Beslissing rechter

Als niet alle schuldeisers akkoord gaan, dan zal de schuldbemiddelaar zijn dossier neerleggen bij de rechtbank. De rechter zal dan een aanzuiveringsregeling opleggen. Hij kan daarin zeer ver gaan. Hij kan uitstel van betaling geven, interesten verminderen en zelfs kwijtschelden of zelfs de schuld zelf kwijtschelden. De goederen van uw klant zullen dan in beginsel wel allemaal te gelde gemaakt moeten worden, tenzij de kosten van een verkoop de opbrengsten zouden overstijgen. De opgelegde regeling mag in principe de vijf jaar niet overschrijden.

Wijziging vragen?

Stelt u vast dat uw klant op een bepaald moment tijdens de aanzuiveringsregeling in een financieel betere situatie komt (omdat hij bv. erft), dan kunt u naar de rechtbank stappen om een herroeping van de regeling of een aanpassing te vragen. U kunt dat ook doen als uw klant zich niet aan de afgesproken of de door de rechter opgelegde regeling houdt. Ook de schuldbemiddelaar kan dat trouwens doen, eventueel nadat u hem contacteerde. Wie in een schuldbemiddeling zit, moet trouwens de schuldbemiddelaar in kennis stellen van iedere wijziging van zijn vermogenstoestand die optreedt na de indiening van het verzoekschrift.

  • Alleen uw klant zelf kan een collectieve schuldenregeling aanvragen, u kunt dat dus niet als drukkingsmiddel gebruiken. Eens uw klant een collectieve schuldenregeling heeft, kunt u geen beslag meer leggen.
  • De schuldbemiddelaar doet een voorstel van minnelijke terugbetalingsregeling. Gaat een van de schuldeisers niet akkoord, dan legt de rechter een regeling op. Zeg niet te vlug neen op het voorstel van de schuldbemiddelaar, want als er geen akkoord is, kan de rechter zeer ver gaan en zelfs de schulden kwijtschelden.
  • Houdt uw klant zich niet aan de regeling of verandert zijn vermogenstoestand (bv. door een erfenis), dan kunt u een herroeping of aanpassing van die regeling vorderen.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878