Een laadpaal bij uw werknemer thuis installeren
Opladen van de elektrische wagen
Bedrijfswagen. Indien u als werkgever een al dan niet elektrische bedrijfswagen ter beschikking van de werknemer stelt, dan is dat een voordeel waarop de werknemer belasting moet betalen.
Tankkaart is inbegrepen. In dit voordeel van de bedrijfswagen is het voordeel van de door de werkgever verstrekte tankkaart inbegrepen. Er is m.a.w. geen dubbel voordeel alle aard Ă©n voor de bedrijfswagen Ă©n voor de tankkaart. Het voordeel van de tankkaart wordt geacht inbegrepen te zijn in het voordeel van de bedrijfswagen.
En dus ook het laden van elektriciteit. De elektriciteit die door de werkgever verstrekt wordt voor het opladen van de elektrische bedrijfswagen, wordt eveneens geacht inbegrepen te zijn in het voordeel alle aard voor het persoonlijke gebruik van de bedrijfswagen.
Niet enkel het opladen in het bedrijf... De elektriciteit die door de werkgever verstrekt wordt voor het opladen van de elektrische bedrijfswagen in het bedrijf, is in het voordeel inbegrepen.
... maar ook het opladen thuis. Indien de werknemer bij hem thuis een laadpaal met een aparte teller heeft en de werkgever de elektriciteit terugbetaalt, hoeft er ook daarvoor geen extra voordeel aangerekend te worden.
Hoe zit dat met de laadpaal zelf?
U installeert die bij de werknemer thuis. In een beslissing van 30 april 2019 (voorafg. besl. nr. 2019.0158) heeft de Rulingcommissie (fiscus) zich uitgesproken over het geval waarin de werkgever een laadpaal heeft laten installeren bij de werknemer. Daaruit blijkt dat de installatie van zo’n paal geen extra belastbaar voordeel (VAA) uitmaakt. De kosten die gepaard gaan met de aankoop, de plaatsing en het onderhoud van het oplaadpunt bij de werknemer thuis, zijn volgens de Rulingdienst te beschouwen als kosten van een elektrische auto en zijn dus niet extra belastbaar.
Meestal ook via leasing van vier jaar. De werkgever sluit meestal een leasecontract voor de laadpaal dat samenhangt met dat van de wagen. Na het leasecontract kan de eigendom ervan gratis overgedragen worden aan de werknemer. De Rulingcommissie vindt die overdracht ook geen reden om een extra VAA te belasten. De werkelijke waarde van de laadpaal op het moment van de eigendomsoverdracht is immers verwaarloosbaar, o.a. omdat laadpalen zo’n snelle technologische evolutie ondergaan dat ze mogelijk na vier jaar al compleet verouderd zijn (voorafg. besl. nr. 2018.1058, 19.02.2019 en nr. 2019.0158, 30.04.2019) .
Wat als de werknemer uit dienst gaat? Als de werknemer binnen de leasetermijn uit dienst gaat en die bereid is om de installatie over te nemen, dan kan ofwel de leaseprijs door de werknemer zelf betaald worden, ofwel kan de afkoopwaarde door de werknemer betaald worden aan de leasingmaatschappij.
Goed om te weten. Indien deze financiële transactie via de werkgever verloopt (wat meestal niet het geval is), dan zal dit gebeuren door inhouding van het totale bedrag (inclusief btw) op het nettoloon.
Let op! Gaat het niet om een leasecontract en heeft de werknemer er nog geen vier jaar gebruik van gemaakt, dan is het misschien veiliger om een beperkte kostprijs aan te rekenen aan de werknemer, die u vooraf met hem afspreekt.