PENSIOEN EN VERZEKERINGEN - GROEPSVERZEKERING - 20.10.2021

Hoeveel inkomen heeft u minimaal nodig om via uw vennootschap een IPT op te bouwen?

Recentelijk verscheen er een circulaire waarbij de fiscus het wettelijke minimum- en maximumpensioen voor 2020 bekendmaakte voor de berekening van de zgn. 80%-grens. Wat betekent dit voor wie via zijn vennootschap een IPT/groepsverzekering heeft? En kunt u de jaren waarin u te weinig loon had om een IPT-premie te storten later inhalen met een backservice?

Wettelijk pensioen in de 80%-grens

De fameuze 80%-grens

Voor de opbouw van een groepsverzekering of een individuele pensioentoezegging (IPT) via uw vennootschap is de zgn. 80%-grens cruciaal. Die 80%-grens houdt kortweg in dat de betaalde premies slechts aftrekbaar zijn voor zover uw pensioen (zowel uw wettelijk als uw aanvullend pensioen) niet meer bedraagt dan 80% van uw laatste normale brutojaarbezoldiging.

Wettelijk pensioen als parameter

In de formule voor de berekening van de 80%-grens moet dus ook rekening gehouden worden met uw wettelijk pensioen. Vermits het werkelijke wettelijk pensioen tijdens uw loopbaan nog niet bekend is, werkt de fiscus met een forfaitair bedrag.

25% van uw loon of een absoluut bedrag

U mag als bedrijfsleider uw wettelijk pensioen ramen op 25% van uw brutobezoldiging, zonder dat de uitkomst echter lager of hoger mag zijn dan bepaalde absolute bedragen. Het zijn die minimum- en maximumbedragen die jaarlijks door de fiscus meegedeeld worden en voor inkomstenjaar 2020 is het minimumpensioen € 15.196,38 en het maximumpensioen € 17.530,98 (circ. 2021/C/52, 07.06.2021) .

Wat betekent dit concreet?

Meer dan € 18.995,48 loon opnemen?

Om een extralegaal pensioen te kunnen opbouwen, zal uw loon voor 2020 inderdaad hoger dan € 18.995,48 (€ 15.196,38 / 80%) moeten zijn. Neemt u nl. minder loon op, dan valt u onder het minimumbedrag van het wettelijk pensioen en is er binnen de 80%-grens geen ruimte voor een aanvullend pensioen.

Voorbeeld. Uw loon voor 2020 was € 16.000. Uw 80%-berekening gaat dan als volgt: u neemt 80% van die € 16.000, zijnde € 12.800. Daarvan moet u het wettelijk pensioen aftrekken, nl. 25% van uw loon (€ 3.200), maar het minimumpensioen is € 15.196,38. De uitkomst van de 80%-berekening (€ 12.800 - € 15.196,38) geeft u een negatief getal. Er is dan ook geen ruimte voor een pensioenopbouw.

Oplossen met zgn. backservice

Dat kan perfect. Als u in 2021 of in een van de volgende jaren wel een voldoende hoog loon opneemt, dan kunt u dat ‘euvel’ via het betalen van een zgn. backservicepremie nog ‘regulariseren’.

Interessanter vanaf € 70.123,92 loon

Het maximale wettelijke pensioen van € 17.530,98 bereikt u inderdaad bij een loon van € 70.123,92 (€ 17.530,98 / 25%). Daaruit volgt dat naarmate uw loon hoger is dan die € 70.123,92, er ook meer ruimte is binnen de 80%-grens.

Voorbeeld. Bij een loon van € 85.000 is uw geraamde wettelijk pensioen € 21.250 (€ 85.000 × 25%), echter te beperken tot € 17.530,98. Zo houdt u € 50.469,02 (80% × € 85.000 - € 17.530,98) over om de verdere berekeningen op te doen in plaats van € 46.750 (80% × € 85.000 - € 21.250), wat leidt tot een groter pensioenkapitaal.

Tip.  Door de jaarlijkse lichte verhoging van het minimum- en maximumpensioen, laat u het best elk jaar uw 80%-grens opnieuw berekenen, zeker als die bijna maximaal benut is. U kunt dan desgevallend nog tijdig ingrijpen door bv. de premies aan te passen of uw loon iets te verhogen.

Extra IPT-premie via backservice?

80%-regel en loopbaanjaren

De 80%-regel wordt berekend op basis van de loopbaan en bezoldiging in de onderneming. Heeft u boven op uw loopbaan binnen uw vennootschap ook nog jaren buiten uw vennootschap gewerkt, dan komen deze jaren (met een maximum van tien jaar) in aanmerking voor een backservice. Als u bv. 25 jaar in uw vennootschap kunt verantwoorden en tien jaar buiten uw vennootschap, dan mag u het maximaal pensioen berekenen op basis van 35/40 in plaats van 25/40 en stijgt dus ook de fiscaal maximaal aftrekbare premie.

Mogelijkheid, maar geen verplichting

Als u loopbaanjaren uit het verleden meeneemt, moet u ook rekening houden met de tijdens die jaren opgebouwde pensioenkapitalen. Soms is het beter om deze niet mee te nemen, bv. indien u voorheen als werknemer een hoog pensioenkapitaal opgebouwd heeft. Door de jaren niet in aanmerking te nemen, moet dit hoog pensioenkapitaal ook niet meegenomen worden en blijft er meer ruimte over in de 80%-regel. Jarenlang werd deze praktijk toegepast en nooit in twijfel getrokken door de fiscus.

Fiscus strenger voor externe backservice

Sinds enkele maanden blijkt dat de fiscus zijn standpunt verstrengd heeft en van oordeel is dat er steeds rekening gehouden moet worden met de in het verleden opgebouwde pensioenkapitalen. En dit zelfs zonder dat er met de (maximaal tien) verleden dienstjaren rekening gehouden wordt! Dit strengere standpunt van de fiscus betekent vaak dat een groot deel van de premie verworpen wordt bij de vennootschap. Enkel indien u heel uw loopbaan in dezelfde vennootschap actief was, kunt u onder dit nieuwe standpunt binnen de 80%-regel nog een volledig pensioenkapitaal opbouwen. Zodra u verandert van vennootschap of van statuut (bv. van werknemer naar bedrijfsleider in uw eigen vennootschap), betekent dit standpunt dat u minder ruimte heeft om aan pensioenopbouw te doen.

Voorbeeld. U heeft 15 jaar in vennootschap A gewerkt en een aanvullend pensioenkapitaal van € 150.000 opgebouwd. Vervolgens gaat u in vennootschap B werken en kunt u daar gedurende 20 jaar een pensioenkapitaal van € 250.000 opbouwen. In totaal kunt u dus € 400.000 pensioenkapitaal opbouwen binnen de 80%-grens. Indien we het standpunt van de fiscus volgen , zou u het pensioenkapitaal van A in mindering moeten brengen van het op te bouwen pensioenkapitaal bij B. Bij B kunt u dan nog € 100.000 opbouwen (€ 250.000 - € 150.000). Uw totale pensioenkapitaal is dan € 250.000, zijnde € 150.000 minder!

Ook indien u eerst werknemer was

Een gelijkaardige situatie doet zich ook voor indien u eerst gewerkt heeft als werknemer en vervolgens uw eigen vennootschap opricht en u mogelijk zelfs een lagere bezoldiging toekent. Mogelijk heeft u dan zelfs helemaal geen ruimte meer om nog aanvullend pensioen op te bouwen!

Bezoldiging uit meerdere vennootschappen

Volgens de bestaande praktijk hoefde u voor de 80%-berekening maar één wettelijk pensioen in aanmerking te nemen, dat dan pro rata omgedeeld kon worden per vennootschap. Ook hier vindt de fiscus dat voortaan een volledig wettelijk pensioen per vennootschap gerekend moet worden!

Standpunt fiscus vatbaar voor discussie!

Een aantal geschillen zijn reeds aanhangig gemaakt voor de rechtbank. Ook Assuralia en PensioPlus zouden aan het bekijken zijn hoe hier verder mee omgegaan moet worden.

Uw wettelijk pensioen wordt geraamd op 25% van uw loon, zonder dat die uitkomst meer of minder mag zijn dan een bepaald bedrag. Daaruit volgt ook dat uw loon meer dan € 18.995,48 moest zijn om in 2020 een aanvullend pensioen te kunnen opbouwen. Een backservice achteraf is wel mogelijk. Maar gebruik voorlopig geen externe loopbaanjaren voor uw backservice. Heeft u voor uw loopbaan buiten uw vennootschap een backservice gestort, contacteer dan uw verzekeraar om uw situatie te bekijken. Schors eventueel uw contract tot er meer duidelijkheid is omtrent het nieuwe standpunt van de fiscus.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878