SUCCESSIERECHTEN - SUCCESSIEPLANNING - 05.10.2021

Worden ‘dienstengiften’ verrekend bij overlijden?

Bij het openvallen van een nalatenschap komen de zgn. dienstengiften altijd naar boven bij discussies (bv. iemand heeft veel langer mogen studeren, enz.). Moeten dergelijke giften wel of niet verrekend worden?

Dienstengiften

Dienstengiften... zijn voordelen die bepaalde kinderen genoten door de hulp van de ouders. We geven een aantal concrete voorbeelden.

Kosten opleiding. Een veel voorkomende dienstengift zijn de opleidingskosten. De zoon heeft bv. een dure en lange opleiding gevolgd in België en ging op kot. Nadien is hij verder gaan specialiseren in het buitenland. Zijn broer studeerde aan een hogeschool in de buurt en ging niet op kot.

Uitgespaarde huur. Wat ook vaak voorkomt is dat een van de kinderen na zijn studies nog meerdere jaren thuis is blijven wonen bij de ouders en daar gratis kost en inwoon kreeg.

Opvang kinderen. Of denken we maar aan de ouders die voor het kind dat dichtbij woonde zorgde voor de opvang van de kleinkinderen tijdens hun eerste levensjaren.

Gratis rente of arbeid. Ook een renteloze lening toestaan aan een kind of kosteloze arbeidsprestaties (bv. gratis bouwen of verbouwen in het huis van uw kind) vallen onder deze zgn. dienstengiften.

Economisch voordeel. Het leidt geen twijfel dat het kind dat een dergelijke ‘dienstengift’ heeft ontvangen, een economisch voordeel heeft genoten. Kinderen die deze dienstengiften niet kregen, vinden het rechtvaardig dat dit bij het overlijden van de ouders gecompenseerd of verrekend wordt.

Juridisch gezien geen schenking?

Principe van inbreng. In principe wordt een schenking (bv. een notariële schenking, bankgift) aan een kind steeds vermoed te gebeuren als voorschot op erfdeel. Dat betekent dat bij overlijden van de schenker het geschonken vermogen ‘ingebracht’, zeg maar ‘verrekend’ moet worden om de gelijkheid tussen de kinderen te herstellen. Van deze inbrengverplichting kan de schenker afwijken, door te bepalen dat de schenking aan een kind buiten erfdeel gebeurt. Het is dan een extraatje boven op het latere erfdeel en moet niet verrekend worden. Wel mag dat de reserve van de andere kinderen niet aantasten. Maar die kans is klein aangezien de totale reserve van alle kinderen samen nog slechts 1/2 bedraagt.

Dienstengiften zijn geen schenkingen. Juridisch gezien is het een ‘contract uit vrijgevigheid’, en dus moet er niet verrekend worden. De ouder die bv. een renteloze lening gaf, gaf immers geen stuk weg uit zijn vermogen.

Opgelet met compenseren

Rechtzetten? Als ouders willen ‘compenseren’ moeten ze opletten hoe ze dat doen. Stel dat een van de kinderen een renteloze lening kreeg en daardoor € 20.000 uitspaarde. Een oplossing lijkt dan om aan de andere kinderen ook € 20.000 te schenken via bv. een bankgift. Het probleem is dat een renteloze lening niet verrekend moet worden als de ouders overlijden, terwijl bankgiften wel verrekend moeten worden.

Oplossing 1: buiten erfdeel. Voor wie in ons voorbeeld toch wil compenseren, kan dat door de andere kinderen € 20.000 via een bankgift te geven, EN in het bewijsdocument duidelijk te bepalen dat dit ‘buiten erfdeel’ geschonken wordt. Het moet dan ook niet verrekend worden.

Oplossing 2: erfovereenkomst. De globale erfovereenkomst is ook een oplossing maar vergt wel een procedure voor de notaris. Zo’n overeenkomst tussen ouders en kinderen beoogt een subjectief evenwicht te bereiken door niet alleen rekening te houden met schenkingen, maar ook met alle andere voordelen zoals dienstengiften.

Dienstengiften zijn geen schenkingen en moeten niet verrekend worden. Als ouders dit voordeel willen compenseren, doen zij dit het best door bv. een bankgift ‘buiten erfdeel’ te doen aan de andere kinderen.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878