Schuiven met de ‘gezinswoning’...
Heeft u naast uw eigen woning bv. ook nog een vakantieverblijf aan de kust, dan kan het voor de later te betalen successierechten belangrijk zijn welke woning u als ‘gezinswoning’ gebruikt. Hoe zit dat precies?
Het belang van de gezinswoning
Geen successierechten. Als u overlijdt, dan erft uw echtgeno(o)t(e) het vruchtgebruik of de volle eigendom van de gezinswoning en dan zijn daar in principe ook successierechten op verschuldigd. Sinds 1 januari 2007 geldt er in Vlaanderen echter een vrijstelling voor het vererven van de gezinswoning, waardoor de langstlevende er geen successierechten meer op hoeft te betalen. Die vrijstelling geldt niet alleen voor gehuwden, maar ook voor wie wettelijk of feitelijk samenwoont.
Wat is de gezinswoning? De gezinswoning is de woning die u als hoofdverblijfplaats gebruikt en waarin u samenleeft op het moment waarop de eerste partner overlijdt.
Let op!Feitelijk samenwonenden moeten op de dag van het overlijden wel minstens drie jaar samengewoond hebben om de vrijstelling te kunnen genieten.
Een tweede verblijf. Die vrijstelling van successierechten geldt dus enkel voor de gezinswoning. Heeft u bv. nog een appartement aan zee, dan betaalt de langstlevende daar in principe dus wél successierechten op bij het overlijden van de partner.
Voorbeeld. Een echtpaar is gehuwd onder het wettelijk stelsel en heeft geen kinderen. Al hun bezittingen behoren tot het gemeenschappelijk vermogen en bestaat uit € 500.000 aan roerende goederen, de gezinswoning van € 250.000 en een appartement aan zee van € 600.000.
Als één van beide overlijdt, betaalt de langstlevende€52.500 aan successierechten op de roerende goederen en het appartement.De gezinswoning is immers vrijgesteld. Vermits het appartement aan zee echter een hogere waarde heeft, zou het natuurlijk voordeliger zijn om daarvoor de vrijstelling van de gezinswoning te genieten...
Uw tweede verblijf als gezinswoning?
Kunt u kiezen? Uw gezinswoning is de woning die u effectief gebruikt als de gezamenlijke hoofdverblijfplaats. Dit moet u bewijzen, bv. aan de hand van een uittreksel van het bevolkingsregister. U kunt m.a.w. niet zomaar uw buitenverblijf als de gezinswoning ‘aanduiden’...
Verhuizen. U kunt natuurlijk wel effectief verhuizen naar uw tweede verblijf in Vlaanderen. Vereist is dat u zich in die gemeente laat inschrijven en dat u daar dus ook effectief gaat wonen. Dit betekent uiteraard niet dat u daar dan ook altijd moet vertoeven en dat u dus niet meer in uw ‘oude’ woning zou mogen verblijven. Op die manier kunt u mogelijk wel heel wat successierechten besparen.
Voorbeeld. Als ze met pensioen gaan, beslist het echtpaar uit ons voorbeeld om officieel te verhuizen naar hun appartement aan zee zodat dit hun hoofdverblijfplaats wordt. Als één van beide overlijdt, geniet het appartement de vrijstelling als gezinswoning en betaalt de langstlevende € 27.750 aansuccessierechten op de roerende goederen en de andere woning. Door de verhuis besparen ze dus maar liefst € 24.750 op de successierechten.
Tip. Goed om te weten is dat zo’n verhuis voor gehuwden en wettelijk samenwonenden ook in extremis nog mogelijk is, bv. op het moment dat één van beiden ziek wordt. Het is immers niet vereist dat er reeds gedurende een bepaalde periode in de gezinswoning verbleven werd om de vrijstelling te genieten. Het moment van het overlijden is dus bepalend.