WILLEKEURIG ONTSLAG - 31.01.2013

Ontslag motiveren met feiten van vóór de overname?

Als een arbeider u willekeurig ontslag verwijt, kunt u die eis dan alleen weerleggen met feiten die dateren van tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of ook met feiten van daarvóór? Het Hof van Cassatie licht toe...

Eerst even opfrissen

Als u een arbeider ontslaat, moet u daarvoor een (goed) motief hebben. Het moet gaan om een motief dat te maken heeft met ofwel het gedrag of de geschiktheid van de arbeider, ofwel met de zgn. noodwendigheden van de onderneming. Het is aan u als werkgever om te bewijzen dat u over zo’n motief beschikt. In het andere geval kan de arbeider immers een schadevergoeding voor willekeurig ontslag eisen (van zes maanden loon).

Wat is er gebeurd?

Een bedrijf werd overgenomen door een andere vennootschap. Een arbeider die de functie van ‘chauffeur-bezorger’ uitoefende, werd mee overgenomen. Hij werd echter al tijdens de eerste week van de tewerkstelling bij de overnemer ontslagen. Die betaalde hem een opzegvergoeding van 35 dagen. Omdat een eerste C4 geen motief bevatte en een tweede C4 van ‘herstructurering’ sprak, vroeg de arbeider schriftelijk om toelichting over het ontslagmotief. De overnemer antwoordde dat het o.a. om de volgende feiten ging: dronken op het werk verschijnen, agressief gedrag t.o.v. collega’s, weigeren instructies op te volgen, enz. De arbeider vond dat het ontslag willekeurig was.

Wat heeft de rechter gezegd?

In eerste aanleg werd de eis van de arbeider afgewezen (arbeidsrechtbank Charleroi, 11.01.2010). De overnemer kon de verwijten aan het adres van de arbeider immers bewijzen aan de hand van getuigenissen van andere werknemers. Dat deze feiten dateerden uit de periode vóór de overname (en dus vóór de lopende arbeidsovereenkomst) speelde volgens de rechter geen rol. Het arbeidshof van Bergen was echter de tegenovergestelde mening toegedaan (arrest van 14.09.2011). Volgens het hof moest de werkgever bewijzen dat het gedrag waarnaar de verklaringen verwezen, zich ook voorgedaan had tijdens de tewerkstelling en dat was niet gebeurd. Het Hof van Cassatie volgde onlangs echter weer de eerste rechter. De ontslagreden hoeft volgens het hoogste hof niet tot het strikte kader van de contractuele relatie te horen en dus kon de werkgever het ongepaste gedrag uit de periode vóór de overname wél inroepen.

Wat moet u ervan onthouden?

Het Hof van Cassatie verduidelijkt in dit arrest nog eens dat het ongepaste gedrag van een arbeider niet noodzakelijk binnen het kader van de arbeidsovereenkomst moet liggen, maar ook van daar­voor kan dateren. Uit andere rechtspraak bleek al dat het ook kan gaan om feiten die zich voordoen tijdens een schorsing van de arbeidsovereenkomst (arbeidshof Luik 09.01.2008 – weigering om een test af te leggen tijdens een periode van economische werkloosheid). Het kan zelfs gaan om feiten uit het privéleven (arbeidshof Brussel 01.03.2010 – een arbeider die bij zijn aanwerving niet gemeld had dat er een straf­procedure wegens verkrachting tegen hem liep).

Let op! Ook al spelen het tijdstip waarop of de plaats waar de feiten die u inroept voor ontslag, geen rol, u zal ze wel moeten bewijzen en ze zullen voldoende zwaar moeten wegen om een ontslag te motiveren. Vergeet m.a.w. niet dat de bewijslast in geval van ontslag van een arbeider zwaar is...

Hof van Cassatie, 22.10.2012. De uitspraak is pro de werkgever.

Ook feiten van vóór de arbeidsovereenkomst, van tijdens de schorsing ervan of zelfs feiten uit het privéleven kunnen ingeroepen worden om een ontslag van een arbeider te motiveren. Waar en wanneer de feiten plaatsgevonden hebben, speelt dus geen rol, maar voor de rest blijft de bewijslast dezelfde als anders.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878