De doolhof van de 19 codes !
Vanaf aanslagjaar 2005 worden echtgenoten en wettelijk samenwonenden volledig apart belast in de personenbelasting. Dit heeft gevolgen voor de zgn. bijkomende interestaftrek. Hiervoor zijn maar liefst 19 codes voorzien in de aangifte.
Bestaande codes
1138/2138. Bij de codes 1138/2138 (of 1139/2139) worden de totale interesten van het krediet ingevuld. Leende men samen, dan mogen de interesten vrij verdeeld worden tussen de partners.
1140/1144. Bij de codes 1140/1144 (of 2140/2144) worden de gegevens van de lening vermeld. Indien er samen geleend werd, moet het volledige kredietbedrag vermeld worden bij beide partners. Het totale aantal kinderen ten laste (op 1 januari volgend op de leningsdatum) binnen het gezin moet ook bij beide partners vermeld worden.
1145/2145. Bij de codes 1145 en 2145 moet het totale factuurbedrag vermeld worden van de verbouwingswerken.
Nieuwe codes
1148/2148. Bij de codes 1148/2148 wordt het aandeel in het eigendomsrecht in de woning van elke partner aangegeven. Hiermee wordt de maximale schijf per partner beperkt in functie van het eigendomsrecht van die partner in de woning.
1149/2149. Bij de codes 1149/2149 moet het aandeel in het eigendomsrecht van elke medeontlener in de woning vermeld worden. Meestal moet hier bij elke partner ook 50 % ingevuld worden.
1150. In de code 1150 moet er aangekruist worden of het voor de beide partners al dan niet om de enige woning gaat. Indien er “ja” aangeduid wordt, hebben de beide partners recht op de bijkomende interestaftrek.
Apart geleend. Indien elke partner apart heeft geleend, geeft elke partner de betaalde interesten van zijn lening aan en geeft elke partner ook de gegevens van zijn lening aan. Het percentage in de codes 1149/2149 is dan 0 %.
U mag vrij verdelen
De interesten mogen bij gehuwden en wettelijk samenwonenden vrij verdeeld worden indien het KI van de woning bij beide partners wordt aangegeven. Dit laatste is het geval indien beide partners eigenaar zijn van de woning. Ook bij een koppel gehuwd onder het wettelijk stelsel moet de woning ook bij beide partners aangegeven worden, zelfs als de woning eigendom is van één partner.
Wanneer toch interessant ?
Wanneer is het nu wel interessant de interesten tussen de echtgenoten te verdelen ? We geven een voorbeeld van een vaak voorkomende situatie.
Voorbeeld. Een gehuwd koppel heeft geleend voor de bouw van een woning. Voor één partner is het de enige woning, maar voor de andere partner niet (hij heeft bv. een andere woning geërfd). De partner voor wie het de enige woning is heeft de hoogste marginale aanslagvoet. Ze zijn gehuwd onder het wettelijk stelsel. Beide partners moeten het KI van de gezinswoning en de geërfde woning aangeven in de personenbelasting. De interesten moeten bij de ene partner aangegeven worden bij de bijkomende interestaftrek en bij de andere partner bij de gewone interestaftrek (codes 1146/2146). De verdeling van de interesten tussen de partners moet volgens de fiscus gebeuren volgens de eigendomsverhouding van elke partner in de gebouwde woning. De interesten aangegeven bij de gewone interestaftrek mogen vrij verdeeld worden tussen de partners. Tip. Dit is fiscaal gezien interessant, want dan kunnen deze interesten (voor een deel) aangegeven worden bij de partner met de hoogste marginale aanslagvoet om het onroerend inkomen van deze partner eerst weg te werken.