VERMOGEN - 24.08.2021

Big brother is watching you: uw vermogen in beeld

Vanaf 2022 moeten de financiële instellingen halfjaarlijks of jaarlijks meer financiële gegevens melden aan het Centraal Aanspreekpunt. De fiscus zal die informatie ook veel gemakkelijker kunnen raadplegen. Hoe zit dat precies?

Centraal Aanspreekpunt

Ook vóór de recente wetswijziging moesten financiële instellingen enkele privégegevens doorgeven aan het Centraal Aanspreekpunt, zoals de opening en de sluiting van elke rekening, storting of afhaling van contanten, sluiting van een overeenkomst tot de verhuur van kluizen en leasingovereenkomsten, een levensverzekeringsovereenkomst, een overeenkomst met betrekking tot beleggings- en/of nevendiensten etc. van elk van hun cliënten.

Vanaf 2022 moeten de Belgische financiële instellingen periodiek het saldo van elke bank- en betaalrekening en het geglobaliseerde bedrag van bepaalde financiële contracten die de cliënt in eigen naam of met zijn vennootschap heeft, aan het Centraal Aanspreekpunt melden. De gegevens voor de jaren 2020 en 2021 moeten ten laatste op 31 januari 2022 door de financiële instellingen gerapporteerd worden.

De wetgever gaf bij de Programmawet van 20 december 2020 de bevoegdheid aan de Koning om o.a. het minimumbedrag te bepalen waaronder de rekeningen- en financiële contracten niet gemeld moeten worden. Het KB van 6 juni 2021 voorziet echter geen minimumbedrag, aangezien dit voor de informatieplichtigen ernstige technische moeilijkheden met zich meebrengt, een redenering die moeilijk te rijmen valt met de voorwaarden waaronder de overheid uw recht op privacy kan schenden. Elk bedrag rapporteren ‘zonder minimumdrempel’ omdat dit veel werk zou vragen van de financiële instellingen, voldoet immers niet aan de noodzakelijkheidsvereiste om een inmenging in uw privacy te rechtvaardigen.

Procedure voor wetswijziging

De saldi en geglobaliseerde bedragen die nu standaard jaarlijks of halfjaarlijks gerapporteerd zullen worden, waren voorheen slechts beschikbaar na het volgen van een strikte procedure door de fiscus.

Wanneer de Administratie over een of meer aanwijzingen van belastingontduiking beschikt, de belastbare grondslag tracht te bepalen op grond van tekenen en indiciën (art. 341 WIB 92) of er een aanwijzing is dat de bepalingen met betrekking tot de rapporteringsverplichtingen voor intermediairs (art. 326/1 t.e.m. 326/9 WIB 92) niet correct nageleefd werden, kon de Administratie een vraag om inlichtingen sturen naar de belastingplichtige. Daarin moet duidelijk vermeld worden dat wanneer de belastingplichtige niet meewerkt, elke inlichting gevraagd kan worden aan de financiële instelling die nuttig is om het bedrag van de belastbare inkomsten te bepalen (art. 322, §2, lid 3 WIB 92) . Als de belastingplichtige niet antwoordt, onvolledig antwoordt of de gevraagde inlichtingen verborgen houdt en wanneer de antwoordtermijn om te antwoorden op deze vraag om inlichtingen is verlopen, kan de Administratie zich richten tot de financiële instelling om zo de gevraagde gegevens te bekomen (art. 322, §2, lid 3 WIB 92) . De belastingplichtige wordt ten laatste gelijktijdig met de verzending van de vraag om inlichtingen aan de financiële instelling op de hoogte gebracht van de aanwijzingen van belastingontduiking (art. 333/1, lid 1 WIB 92) en heeft dus de mogelijkheid om de aanwijzingen van belastingontduiking voor de rechtbank te betwisten.

De fiscale Administratie die heeft vastgesteld dat het voornoemde gevoerde bankonderzoek een of meer aanwijzingen van belastingontduiking heeft opgeleverd, kan de beschikbare gegevens over die belastingplichtige opvragen bij het Centraal Aanspreekpunt. Ingevolge de raadpleging van het Centraal Aanspreekpunt was de fiscale Administratie op dat tijdstip op de hoogte van wie de titularis is van de bankrekeningen waarvan de fiscale Administratie kennis verkreeg door de raadpleging van het centraal register. Desalniettemin had de fiscale Administratie nog steeds geen inzage in de bankrekeningen zelf, aangezien de financiële instellingen enkel de titularis, de bankrekeningnummers, de eventuele volmachtdragers en de aard van de contracten moest melden.

Procedure na de wetswijziging

Het gevolg van de wetswijziging is dat de fiscus het bankgeheim kan opheffen en alle saldi van alle bank- en betaalrekeningen kan raadplegen wanneer het onderzoek een of meer aanwijzingen van belastingontduiking opleverde. Bij een raadpleging van het Centraal Aanspreekpunt wordt geen kennisgeving van de aanwijzingen van belastingontduiking aan de belastingplichtige verzonden, waardoor deze zich niet kan verdedigen.

Schending van het recht op privéleven?

Het recht op privéleven is zowel in de Grondwet als in Europese verdragen verankerd. Een inmenging moet voldoen aan bepaalde voorwaarden (legaliteitseis, legitimiteitseis en noodzakelijkheidseis) om als gerechtvaardigd te worden beschouwd. De schending van het privéleven ten gevolge van de nieuwe informatieplicht wordt in de parlementaire voorbereiding gerechtvaardigd door te verwijzen naar het regeerakkoord dat stelt dat eenieder aan de gezondheidscrisis ten gevolge van COVID-19 moet bijdragen in de noodzakelijke financiering in onze gezondheidszorg en het relanceplan. Daarenboven wordt verwezen naar de strijd tegen fiscale fraude en een eerlijker belastingstelsel, een gerechtvaardigd doel.

De vraag rijst of dat gerechtvaardigd doel te allen tijde ingeroepen kan worden ‘als algemeen doel’ om in te teren op belangrijke grondrechten, temeer wanneer door de wetgever geen enkel controlemechanisme voorzien wordt om te controleren wanneer, wie, hoeveel en op basis van welke gronden er inzage in uw bankrekening en financieel contract genomen wordt.

Uit de nieuwe Programmawet, noch uit de memorie van toelichting, blijkt daarnaast op welke wijze de mededeling van deze informatie concreet zal bijdragen aan de verwezenlijking van bovenstaande ‘algemene’ doeleinden. Vandaag bestaat immers reeds de mogelijkheid om deze gegevens te raadplegen maar dan wel indachtig de vereiste waarborgen die de privacyrechten van de belastingplichtige beschermen.

De belastingplichtige wordt nu volledig buiten spel gezet en zal in de praktijk vaak zelfs niet weten wanneer zijn gegevens ingekeken worden. Het is dus mogelijk dat de fiscus een controle aankondigt maar vooraf al eens gaat kijken naar de saldi van uw rekeningen of financiële contracten. Een grondige analyse toont aan dat een dergelijke verregaande privacyschending allesbehalve voorzienbaar is (immers wordt zelfs geen kennisgeving verzonden aan de belastingplichtige wiens rekening wordt ingekeken) en niet noodzakelijk is (de gegevens zijn al beschikbaar bij het opheffen van het bankgeheim en in dat geval worden wél de privacyrechten van de belastingplichtige gewaarborgd).

Kantelmoment aangebroken?

Internationaal zien we dat er steeds meer kritische vragen gesteld worden door nationale databeschermingsautoriteiten en procedures gestart worden omtrent het tijdelijk of definitief beperken van automatische gegevensuitwisseling en/of rapporteringsverplichtingen. Er zijn in verschillende landen procedures lopende tegen onder meer het UBO-register, de internationale gegevensuitwisseling. Daarnaast is het nog maar de vraag hoe deze gegevens in een centraal register beschermd worden. Zo was er begin dit jaar een veiligheidslek bij het UBO-register waardoor het rijksregister van elke Belg zeer gemakkelijk geraadpleegd kon worden.

Ook in ons land werd een procedure opgestart bij het Grondwettelijk Hof. U vindt daarover meer informatie op https://houjegeldprive.be .

Vanaf 2022 moet uw financiële instelling periodiek onder meer de saldi van uw bankrekeningen melden bij het Centraal Aanspreekpunt. De fiscus zal die informatie vrijwel zonder beperkingen kunnen inzien. De vraag rijst of dit geen onaanvaardbare inbreuk op uw privacy uitmaakt. Er loopt dan ook een procedure bij het Grondwettelijk Hof.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878