BTW - BTW AANREKENEN - 24.08.2021

Medici en paramedici zullen (althans gedeeltelijk) btw-plichtigen worden vanaf 2022!

De plenaire vergadering van de Kamer heeft op 01.07.2021 het wetsontwerp aangenomen waarbij de btw-vrijstelling voor medische verzorging fel ingeperkt wordt. Alleen therapeutische behandelingen en ingrepen zullen nog onder de vrijstelling inzake btw vallen. Voorts wordt de vrijstelling voor de paramedische beroepen ook beter in lijn gebracht met de EU-richtlijn.

Wettelijk kader

Btw-Wetboek

Artikel 44, §1, 1°, lid 1 W.Btw voorziet dat de diensten verricht in de uitoefening van hun geregelde werkzaamheid door artsen, tandartsen en kinesisten vrijgesteld zijn van btw. Het geldt echter niet voor de door artsen verrichte diensten die betrekking hebben op ingrepen en behandelingen met een esthetisch karakter.

Voorts zijn beoefenaars van een erkend en gereglementeerd paramedisch beroep m.b.t. hun diensten van paramedische aard die zijn opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering ook vrijgesteld van btw.

Ook de ziekenhuisverpleging en de medische verzorging alsmede de diensten en de leveringen van goederen die daarmee nauw samenhangen, verricht in de uitoefening van hun geregelde werkzaamheid door ziekenhuizen, psychiatrische inrichtingen, klinieken en dispensaria, genieten een vrijstelling.

Het Grondwettelijk Hof (GwH) vernietigt!

Naast de problematiek van het therapeutisch doel van de diensten van medische aard, werd het GwH bevraagd over het verschil in behandeling inzake btw tussen enerzijds de zorgverleners die tot een gereglementeerd beroep behoren en die de vrijstelling genieten en anderzijds de zorgverleners die tot een niet-gereglementeerd beroep behoren (in het bijzonder de chiropractors en de osteopaten) en van de vrijstelling zijn uitgesloten.

In zijn arrest van 05.12.2019, heeft het GwH op grond van de hiernavolgende redenen de grondslagen gelegd van de vernietiging van deze bepaling:

  • Het verschil in behandeling tussen artsen en niet-artsen wanneer die beroepscategorieën (in het bijzonder de tandartsen) ingrepen of behandelingen van esthetische aard verrichten is niet in redelijkheid verantwoord.
  • Het verschil in behandeling tussen medische diensten met esthetisch karakter die niet opgenomen zijn in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering – die aan btw onderworpen zijn – en de andere medische diensten zonder therapeutisch doel die niet opgenomen zijn in die nomenclatuur – die vrijgesteld zijn – is niet in redelijkheid verantwoord.
  • Rekening houdend met de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie die vereist dat de btw-vrijstelling wordt voorbehouden voor medische diensten, is het onderscheidingscriterium, met name of de voorwaarden voor de reglementering betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen al dan niet voldaan zijn, niet pertinent om de door de wetgever nagestreefde doelstelling te bereiken.

Rechtspraak Hof van Justitie

In zijn arrest van 21.03.2013 (zaak C-91/12, PFC Clinic AB) , heeft het Europees Hof van Justitie het toepassingsgebied beperkt van de vrijstelling inzake medische verzorging. Het begrip ‘medische verzorging’ ziet op diensten die de diagnose, de behandeling en, voor zoveel mogelijk, de genezing van ziekten of gezondheidsproblemen tot doel hebben. De medische verzorging moet dus een therapeutisch doel hebben, zonder dat dat doel weliswaar bijzonder strikt moet worden opgevat. Meer in het bijzonder m.b.t. de ingrepen van esthetische chirurgie en de behandelingen die esthetisch van aard zijn, geeft dat arrest expliciet aan dat die diensten slechts onder het begrip ‘medische verzorging’ vallen wanneer die diensten tot doel hebben een diagnose te stellen van ziekten of gezondheidsproblemen, die te behandelen of te genezen dan wel de gezondheid van de mens te beschermen, behouden of herstellen. In het licht van die rechtspraak moet worden besloten dat louter esthetische ingrepen die alleen tot doel hebben het fysieke voorkomen te verfraaien of te verbeteren niet voor de vrijstelling in aanmerking komen.

De EU-richtlijn

Artikel 134 van de btw-richtlijn bepaalt dat de leveringen van goederen en diensten m.b.t. ziekenhuisverpleging en medische verzorging (alsmede de handelingen die daarmee nauw samenhangen) van de vrijstelling uitgesloten zijn:

  • als ze niet onontbeerlijk zijn voor het verrichten van de vrijgestelde handelingen;
  • als zij in hoofdzaak ertoe strekken aan de instelling extra opbrengsten te verschaffen door de uitvoering van handelingen die verricht worden in rechtstreekse mededinging met aan de btw onderworpen handelingen van commerciële ondernemingen.

Wetswijziging

Wet wordt aangepast vanaf 01.01.2022

In het licht van de aangehaalde rechtspraak, heeft de wetgever artikel 44, §1 W.Btw aangepast opdat de erin bedoelde btw-vrijstelling van toepassing zou zijn op twee categorieën van beoefenaars van medische en paramedische beroepen (wet van 11.07.2021, BS 20.07.2021) , namelijk:

  • op beoefenaars van gereglementeerde medische en paramedische beroepen;
  • op beoefenaars van niet-gereglementeerde medische en paramedische beroepen die kunnen aantonen dat ze over de noodzakelijke kwalificaties beschikken om medische verzorging te verrichten waarvan het kwaliteitsniveau voldoende hoog is om soortgelijk te zijn aan de medische verzorging verstrekt door de beroepsbeoefenaars bedoeld in de eerste categorie.

In die wet zijn volgende medische beroepen bedoeld: artsen, tandartsen en apothekers; kinesisten; verple(e)g(st)ers; vroedvrouwen; hulpverleners-ambulanciers; klinische psychologen en orthopedagogen. Ook beoefenaars van paramedische beroepen (KB 02.07.2009) zijn bedoeld. Het betreft de volgende praktijken en technieken: apothekersassistentie; audiologie; bandage, orthese en prothese; diëtetiek, ergotherapie, medische laboratoriumtechnologie, logopedie; oogzorg, podologie, medische beeldvorming; vervoer van patiënten (m.u.v. het dringende personenvervoer na een oproep via het eenvormig oproepstelsel), mond- en tandzorg.

Om beter aan te sluiten aan de EU-richtlijn, werd een nieuw lid toegevoegd in artikel 44, §2 van het Wetboek dat voortaan bepaalt dat de diensten en leveringen van goederen van de in artikel 44, §2, lid 1, 1°, a), nieuw, van het Wetboek bedoelde vrijstelling uitgesloten zijn in de gevallen zoals bepaald in de EU-richtlijn.

Op grond van die voorwaarden kunnen bijvoorbeeld de volgende handelingen, indien ze niet louter occasioneel verricht worden, niet meer vrijgesteld worden op grond van artikel 44, §2, 1°, a), nieuw, van het Wetboek:

  • de terbeschikkingstelling van een televisie of telefoon tegen betaling in de kamer van een patiënt;
  • de verkoop van dranken buiten het kader van het verstrekken van maaltijden bij een ziekenhuisverblijf;
  • de terbeschikkingstelling van een parkeerplaats tegen betaling aan de patiënten, bezoekers of werknemers van het ziekenhuis;
  • kappers- of manicurediensten verricht tegen betaling voor patiënten tijdens hun verblijf in het ziekenhuis;
  • het bleken van tanden of het opstellen van een expertiseverslag.
Vanaf 2022 zullen in principe alle zorgverstrekkers een btw-vrijstelling genieten, dus ook de niet-erkende en niet-gereglementeerde paramedici. Wel zal die vrijstelling voor iedereen beperkt zijn tot ingrepen met een therapeutisch doel. Al wat niet therapeutisch is, zoals het bleken van tanden of het opstellen van een medisch expertiseverslag, zal aan btw onderworpen worden.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878